Chiesa del Gesù
( Pigna IX )
(deel 3/4 )
Snelmenu voor deze pagina
Apsis
– Giacomo della Porta: Apsis
Della Porta ontwierp de oorspronkelijke, schitterende inrichting van de apsis; hiervan is na de ’restauratie’ in het midden van de 19e eeuw helaas bijna niets van overgebleven.
– Antonio Sarti: Hoogaltaar
Het neoklassieke hoogaltaar is een weinig verheffend werkstuk uit 1843. Oorspronkelijk stond hier een veel mooier altaar, dat door Giacomo della Porta was ontworpen. Dit altaar en ook het ontwerp hiervan zijn verloren gegaan.
De vier zuilen van geel marmer zijn nog afkomstig van het vorige altaar; zij ondersteunen een koninklijk timpaan met daarin het Christusmonogram in een stralenkrans, een werk van Rinaldo Rinaldi.
Bovenin op het timpaan staan vijf engeltjes: drie in brons en twee in stucco. Beide laatste zijn van Francesco Benaglia en Filippo Gnaccarini.
Het vergulde tabernakel is naar een ontwerp van Sarti uitgevoerd door de edelsmid Wilhelm Hopfgarten. In het tabernakel is een vrijwel permanente uitstalling van het Heilig Sacrament.
– Alessandro Capalti: Circoncisione (besnijdenis)
Dit verder onbelangrijke werk van deze onbelangrijke Romeinse schilder hangt boven de altaartafel. Oorspronkelijk hing hier een stuk van Muziano.
– Apsisschelp, Baciccio, aanbidding van het mystieke Lam Gods
Het schilderij kan mechanisch naar beneden worden bewogen (zoals bij het altaar van Sant’Ignazio), waarna een Heilig Hartbeeld tevoorschijn komt.
– Baciccio: Aanbidding van het mystieke Lam Gods
Dit schitterende barokwerk is te zien in de apsisschelp. Deze uitbeelding is terug te voeren naar het bijbelboek van de Apocalyps.
‒ Baciccio: Verheerlijking van de naam van God
Deze gedachte is op de apsisboog tot uitdrukking gebracht.
– Antonio Raggi: Stucwerk en beelden
Evenals in het middenschip zorgde de leerling van Bernini voor de stucco en beeldhouwwerken.
– Pietro Bernini: Portretbuste van kardinaal San Roberto Bellarmino (Robert Bellarmin)
De buste (uit 1622/’24) van Roberto Bellarmino (1542–1621) bevindt zich links voorin de apsis (boven de linkse deur).
De buste is nu ingebed in een 19e eeuwse neoklassieke setting met links en rechts twee allegorische figuren in bas-reliëf.
Het oorspronkelijke grafmonument van de kardinaal, dat door Bernini was gemaakt, werd bij de restauratie in 1843 om onbegrijpelijke redenen verwoest.
Het is overigens gebruikelijk in vrijwel alle jezuïetenkerken dat eindeloos veranderingen worden aangebracht, omdat de jezuïeten zich doorlopend aan de veranderende omstandigheden aanpassen. Dus ook in de kerk van Il Gesù zijn vele monumenten afgebroken en vervangen door andere en dit zal nog lang zo doorgaan.
De Vlaamse heilige Robert Bellarmin, die in 1570 in Gent tot priester werd gewijd en nog professor in de theologie is geweest in Leuven, had in zijn testament de wens geuit begraven te worden aan de voeten van zijn favoriete leerling San Luigi Gonzaga (Sint Aloysius van Gonzaga), maar werd aanvankelijk in de kerk van zijn ordestichter bijgezet. In 1923 werden zijn overblijfselen alsnog plechtig overgebracht naar de kerk van Sant’Ignazio om daar te worden geplaatst in de buurt van Sint Aloysius.
– Antonio Solà: Portretbuste van San Giuseppe Maria Pignatelli
De buste van deze 18e eeuwse, heilige jezuïet bevindt zich rechts in apsis, eveneens boven de deur. Ook hier werd het oorspronkelijke grafmonument in 1843 verwoest. De urn met zijn stoffelijk overschot bevindt zich nu in de Cappella della Passione (tweede kapel rechts).
Cappella della Madonna della Strada of Cappella della Santa Maria degli Astalli (linkse koorkapel)
De kapel staat ongeveer op de plaats van het voormalige kerkje van Santa Maria degli Astalli, dat afgebroken werd om plaats te maken voor de Il Gesù.
Deze ronde koepelkapel, die wordt ingeschreven door een Grieks kruis en bekroond door een koepel die rust op acht zuilen, werd ontworpen door Giacomo della Porta en is gedecoreerd door Giuseppe Valeriani.
De kapel doet intiem, bijna huiselijk, aan.
– Anoniem: Madonna degli Astalli of Madonna della Strada met kind
Het schilderijtje uit begin 15e eeuw is afkomstig uit het voormalige kerkje van Santa Maria degli Astalli.
Het schilderij heeft officieel ‘Santa Maria degli Astalli’, het is niet bekend hoe het ooit aan de andere naam is gekomen, maar daardoor is het schilderij wèl populair bij de devotie door de automobilisten.
Ignatius had al een grote verering voor dit mirakelschilderijtje uit circa 1400, dat nu op het altaar staat.
Het toont de Madonna tot borsthoogte afgebeeld met op de linkse arm het Kind en een nimbus rond het hoofd. Het Kind draagt een kruisnimbus en heeft de serene uitstraling van de pantocrator, met in de linkse hand het Boek en maakt met de rechtse hand een zegenend gebaar.
– G.P. Pozzi: Engelen die de loftrompet steken
De fresco’s tegen het gewelf zijn door in de 17e eeuw door Pozzi uit Milaan vervaardigd (niet te verwarren met de geniale Andrea Pozzo).
– Giuseppe Valeriano: Scènes uit het leven van de Maria
Schilderingen op hout en in lijsten van rood en wit marmer gezet sieren de ingang van de kapel. Valeriano werd hierbij geholpen door Gaetano.
– Francesco Podesti: Sint Jozef
Dit schilderij staat op het altaar.
– Anoniem: Sant’Anna en Maria als kind
Dit kleine, marmeren groepje is uiterst geraffineerd gemaakt.
Vroeger stond het in de pendant van deze kapel: de Cappella del Sacro Cuore.
Cappella di Sant’Ignazio (linkse transept)
Deze kapel was oorspronkelijk gewijd aan de gekruisigde Christus. Boven het altaar hing een groot houtsnijwerk met Christus aan het kruis.
Vrijwel elke avond om 17.30 uur wordt rond het altaar van Sint Ignatius een ceremonie (een soort licht- en geluidspel) gehouden, aan het einde waarvan Pozzo’s schilderij van Ignatius dramatisch langzaam in het altaar zakt en het beeld van Canova/ Tadolini tevoorschijn komt.
– Andrea Pozzo: Altare di Sant’Ignazio di Loyola
(Het feest van Sant’Ignazio wordt elk jaar gevierd op 31 juli. Op die dag zijn er bijzondere vieringen en feestelijkheden in de kerk en rond het altaar)
De kapel waar de stoffelijke resten van Sint Ignatius van Loyola (1491–1556) worden bewaard, werd in 1695/’99 ontworpen door zijn jezuïetenbroeder Andrea Pozzo, die ook de schitterende perspectiefschilderingen tegen het plafond van de nabijgelegen kerk van Sant’ Ignazio maakte, en is één van de rijkste en kostbaarste barokmonumenten van Rome. Hij gebruikte kostbaar materiaal en wist de kleuren ervan goed op elkaar af te stemmen. Pozzo heeft hier een overweldigend meesterwerk geschapen, een hemelbestormende apotheose, een spektakelstuk, een vuurwerk van triomfalisme. Het altaar stroomt in marmer, albast, onyx, amethist, kristal, zilver, lapis lazuli en goud over de muur alsof de glorie van de hemel door het dak is neergestort.
In totaal hebben meer dan honderd kunstenaars aan de decoratie van de kapel meegewerkt.
De sarcofaag is een prachtig werk van Alessandro Algardi waarin Ignatius in 1637 werd begraven. Het is gemaakt van verguld brons en staat onder de altaartafel, mooi bewerkt maar nietig in vergelijking tot de rest is het lichaam.
Daarboven volgt de belangrijker werking van de geest met marmeren tonelen van het Geloof dat heidendom overwint.
Weer hoger is de ziel geplaatst, in de vorm van een ten hemel rijzende Ignatius.
Boven de bronzen kroonlijst met palmbladmotieven heffen engelen (door Camillo Rusconi) het uit bergkristal vervaardigde Christusmonogram IHS, het embleem van de jezuïeten.
En tot slot op de architraaf zweven de almacht en de genade van God, verzinnebeeld door de Trinità (Heilige Drievuldigheid) (door Lorenzo Ottoni, Leonardo Retti en Bernardino Ludovisi), rustend bij een blauwe bol, symbool van het heelal, die door een kind wordt gedragen.
Anders dan bij de overige grafmonumenten van heiligen ligt de nadruk niet op het stoffelijk overschot maar, als zo vaak in de barok, op het huwelijk van hemel en aarde.
Overigens is de blauwe bol bovenaan het altaar gemaakt van lapis lazuli en heeft de reputatie het grootste stuk lapis lazuli ter wereld te zijn; in tegenstelling tot de verhalen is de bol niet massief.
– Andrea Pozzo: Sint Ignatius
Boven de altaarmensa hangt een schilderij van Andrea Pozzo, voorstellende Sint Ignatius die van de hemels Verrezen Christus het monogram ontvangt met de naam van Jezus.
Dit schilderij kan mechanisch worden neergelaten, waarna een groot en kostbaar beeld van Sint Ignatius (zie hierna) zichtbaar wordt.
– Antonio Canova en Adamo Tadolini: Sint Ignatius
Dit beeld van marmer en zilver boven het altaar (achter het schilderij van Ignatius door Andrea Pozzo) vervangt het origineel van massief, zuiver zilver en verguldsel van de Fransman Pierre Legros. Dat beeld moest in 1798 worden gesmolten door paus Pius VI om de oorlogsbetalingen aan Napoleon te kunnen voldoen op grond van het verdrag van Tolentino (1797).
Het huidige, niet minder kostbare beeld is omstreeks 1804 gemaakt door Adamo Tadolini naar een ontwerp en onder leiding van Antonio Canova; het beeld draagt een zilveren kazuifel, het enige onderdeel van het oorspronkelijke beeld dat nog is overgebleven. De nis, waarin de heilige staat, is een kopie van het origineel en is gemaakt van verguld brons, goud en lapis lazuli. De zilveren engelen links en rechts zijn zo goed mogelijk nagemaakt aan de hand van het oorspronkelijk ontwerp van Giovanni Federico Ludovici.
De beide vliegende engelen onder de kroonlijst en boven het altaarstuk zijn gemaakt door de Franse beeldhouwer Pierre Stephan Monnot.
– Andrea Bertoni: Decoraties op de zuilen
De vier zuilen, bekleed met lapis lazuli, rusten op een onderstuk van groen marmer en zijn versierd met bas-reliëfs van verguld brons. Zij worden bekroond met composietkapitelen.
– Diversen: Bas-reliëfs van het altaar
Het altaar is onder de vier zuilen en boven de altaartafel versierd met een zevental bronzen bas-reliëfs. Van links naar rechts stellen zijn voor:
– Fermin: Brand door tussenkomst van Sint Ignatius geblust (eerste reliëf)
– Angelo Rossi: Vrijgevochten woesteling (tweede reliëf)
– Pietro Reiff: Genezing van een non door Sint Ignatius (derde reliëf)
– Lorenzo Merlini: Verschijning van Sint Petrus aan Sint Ignatius en laat de genezing van zijn verwondingen zien (vierde en middelste reliëf) Dit reliëf is met het altaar verbonden door twee kopstaande voluten, waartussen putti een ovale spiegel ophouden. Hierop is een cherubijnenkopje te zien met het motto van de jezuïeten ‘Ad maiorem Dei gloriam’ (ter meerdere ere van God).
– Francesco Nuvolone: Ontmoeting tussen San Filippo Neri en Sant’Ignazio (vijfde reliëf)
– Fermin: Genezing van zieken met de lampolie van Ignatius (zesde reliëf)
– Pierre-Étienne Monnot: Vrijgelaten gevangenen (zevende reliëf)
– Baciccio: Glorie van Sint Ignatius
Dit schitterende fresco is tegen de gewelfboog van de kapel geschilderd. De heilige strekt zich uit naar de hemel, waarbij hij wordt omringd door musicerende engelen.
De omlijsting van figuren in stucco is van Antonio Raggi en Leonardo Reti.
– Pierre Legros: De religie overwint de ketterij
De allegorische groep van deze Franse beeldhouwer staat rechts van het altaar.
Legros was een leerling van de Académie de France in Rome en een trouwe volgeling van Pozzo.
In de beeldengroep rukt een putto (een engeltje, links onderaan) bladeren uit de ketterse geschriften van Luther, Calvijn en Zwingli.
De overwinning van de religie op de ketterij betekende destijds niets anders dan de overwinning van goed over kwaad.
– Jean (Giovanni) B. Théodon: Het geloof triomfeert over de afgodendienst
De allegorische beeldengroep van deze eveneens Franse beeldhouwer staat links van het altaar opgesteld.
Een ketterse koning wordt door het Geloof heengezonden.
– Angelo Rossi: Paus Paulus III keurt de Compagnia de Gesù goed
Dit marmeren bas-reliëf is halverwege rechts naast het altaar tegen de muur aangebracht.
– Bernardino Cametti: Heiligverklaring van Ignatius
Dit reliëf is de tegenhanger van de vorige en hangt links van het altaar.
– Andrea Pozzo: Balustrade
De prachtige, bronzen balustrade, ontworpen door Andrea Pozzo en uitgevoerd door Pierre Legros en anderen, is versierd met cherubijnen die kandelabers dragen (soms verwijderd voor een beter zicht op het praalgraf van Sant´Ignazio).
De kandelaren vormen een vergeten document uit de tijd van pater Roothaan. Na het uitbreken van de cholera in 1837 verbood hij de jezuïeten de stad te verlaten, zij moesten de zieken bijstaan. Als dank daarvoor schonk de stad Rome de kerk deze zes kandelaars.
– Francesco Marati en Lorenzo Ottoni: Engelen
De engelen zijn boven de doorgang onder het orgel aangebracht.
– Camillo Rusconi: Engelen
Deze vormen het spiegelbeeld van de vorige en zijn boven de tegenoverliggende doorgang geplaatst.
* Bron afbeelding: Internet (auteur niet kunnen achterhalen),