Chiesa di Santa Maria sopra Minerva
( Pigna IX )
( deel 2/4 )
Snelmenu voor deze pagina
Tussen vijfde en zesde kapel rechts
‒ Anoniem: Grafmonument van Caesari Valentino
‒ Anoniem: Grafmonument van Filippo Baldassino
Vierde pilaar rechts
‒ Anoniem: Grafmonument van Francisco Nobili
Cappella Aldobrandini (zesde kapel rechts)
Oorspronkelijk was deze kapel gewijd aan Sint Caterina van Alexandrië en vervolgens aan het Santissimo Sacramento.
De kapel is gebouwd in opdracht van kardinaal Matteo Orsini en ging in 1587 over op de prinselijke familie van Aldobrandini.
Nadat Ippolito Aldobrandini was verkozen tot paus Clemens VIII (1592–1605) liet hij de kapel op een indrukwekkende wijze totaal renoveren. De opdracht werd gegeven aan Giacomo della Porta, die ook de graftombes ontwierp van de ouders van de paus: Silvestro Aldobrandini en Lesa Deti. Het beeldhouwwerk hiervoor werd gedeeltelijk ook uitgevoerd door Nicolas Cordier, een Franse beeldhouwer die vrijwel zijn gehele leven in Rome verbleef.
Na de dood van Giacomo della Porta in 1602 werd de inrichting van de kapel voorgezet door Carlo Maderno en Girolamo Rainaldi, die beiden vooral het bovenste deel van de kapel voor hun rekening namen.
De kapel werd in 1611 ingewijd.
Geheel in de geest van de Contrareformatie gaat het weelderige marmer gepaard met een zekere strengheid.
– Cherubino Alberti: Overwinning van het kruis
Dit fresco tegen het gewelf werd tussen 1605/’11 uitgevoerd.
– Cherubino Alberti: Engelen dragen de symbolen van de lijdenswerktuigen
Tegen de pendentieven.
– Federico Barocci: Instelling van de Eucharistie
Dit altaarstuk uit 1594/1607 geldt als een belangrijk werk.
– Camillo Mariani: Paulus
Dit marmeren beeld uit 1600/’04 staat rechts van het altaar.
– Camillo Mariani: Buste van Silvestro Aldobrandini
Dit beeldhouwwerk dateert uit 1600/’04 en staat links van het altaar.
– Camillo Mariani: Petrus
Dit marmeren beeldhouwwerk dateert uit 1600/’04 en staat links van het altaar.
– Ippolito Buzi: Buste van een lid van de Aldobrandini-familie
Dit werk is uit dezelfde tijd en staat eveneens rechts van het altaar.
– Cherubino Alberti: Profeet Ezechiël
Dit fresco uit 1605/’11 is op de rechtse wand aangebracht.
– Giacomo della Porta en Nicolas Cordier: Grafmonument van Silvestro Aldobrandini
Dit marmeren monument van de vader († 1558) van paus Clemens VIII werd tussen 1592/1611 gemaakt.
De personificatie van la Prudenza (voorzichtigheid), die zichzelf met naakte borst in de spiegel bekijkt, en la Forza (kracht) in de nissen aan de zijkant van het monument zijn door Ippolito Buzzi en Nicolas Cordier gemaakt.
De beide putti zijn van Stefano Maderno.
– Nicolas Cordier: Sint-Sebastiaan
Dit beeld wordt nog al eens verplaatst: meestal staat het in een nis achteraan in de rechtse wand.
Het zou de eerste versie zijn van Michelangelo’s ‘Verrezen Christus met kruis’ (zie verder bij het ‘koor’). Michelangelo begon al in 1514 met dit beeld, maar uit ergernis dat er bij het gezicht een ontsierende zwarte ader door het marmeren gezicht liep, wilde hij er niet verder aan werken.
Cordier heeft daarna het beeld bewerkt en ervan gemaakt wat het nu is.
– Cherubino Alberti: Eritrese sibille
Dit fresco is tegen de linkse wand geschilderd.
– Giacomo della Porta en Nicolas Cordier: Grafmonument van Lesa (Luisa) Deti
Dit is de marmeren tombe voor de moeder († 1557) van paus Clemens VIII en werd eveneens, tegelijk met het er tegenover gelegen monument, vervaardigd tussen 1592-1611 naar een ontwerp van Giacomo della Porta.
Het beeld van de overledene is van de hand van Nicolas Cordier en de personificaties van la Carità (barmhartigheid, naastenliefde) en la Religione (religie) in de nissen aan de zijkant zijn van Nicolas Cordier, respectievelijk van Camillo Mariani.
– Nicolas Cordier of Ippolito Buzi: Paus Clemens VIII
Dit marmeren beeld uit 1600/’04 staat in een nis achteraan de linkse wand.
Tussen zesde en zevende kapel rechts
– Rinaldo Rinaldi: Grafmonument van Francesco Bertazzoli
Dit monument is voor de in 1830 overleden kardinaal.
Vijfde pilaar rechts
– Anoniem: Grafmonument van Giovanni de Victori
Dit monument dateert uit circa 1617.
Cappella di San Raimondo di Peñafort (zevende kapel rechts)
Deze kapel werd gesticht door kardinaal Juan Diego de Coca († 1477) en was gewijd aan Sint Paulus en Johannes de Doper.
Tegen de wanden staan talrijke grafmonumenten uit diverse perioden.
– Anoniem: Altaar
De schepper van het altaar is een onbekende handswerkman. Het is gemaakt van polichroom marmer en voorzien van kostbaar inlegwerk.
– Nicola Magni: Sint Paulus en Sint Raimondo di Peñafort
Dit altaarstuk is 17e eeuws.
– Andrea Bregno: Grafmonument van kardinaal Juan Diego de Coca
Tegen de rechtse wand staat een van de betere werken van deze beeldhouwer. De prachtig versierde renaissancetombe van deze Spaanse kardinaal dateert uit 1477. Het staat echter niet meer op zijn oorspronkelijke plaats, nadat het dode lichaam van de kardinaal in 1477 naar Burgos is overgebracht.
– Melozzo da Forlì (toegeschreven aan) : Laatste Oordeel (Christus de Rechter tussen twee Engelen)
Van dit fresco, dat tegen de lunetten is geschilderd, is verder niets bekend.
– Leerling van Andrea Bregno: Grafmonument van Benedetto Sopranzi
Deze bisschop van Nicosia stierf in 1495. Het marmeren monument staat tegen de linkse wand
– Anoniem: Grafmonument van Giuseppe Pighini
Deze kloosteroverste stierf in 1708.
– Anoniem: Grafmonument van Angelo Galli
Dit graf is van 1859.
– Anoniem: Grafmonument van Francesco di Pucci
Hij stierf in 1602.
– Anoniem: Grafmonument van Filippo Rufini
Het dateert van ongeveer 1860.
– Anoniem: Grafmonument van Vincenzo Parrata
Uit circa 1641.
– Tenerani: Grafmonument van Natalia Komer Spada
Deze zeer adellijke dame stierf in 1860.
Links van de Cappella di San Raimondo di Peñafort
– Girolamo Siciolante da Sermoneta: Santa Lucia en Santa Agata
Het bijzondere van dit altaarstuk uit circa 1550 is dat het een olieverfschildering is die direct op de muur is aangebracht.
Het schilderwerk boven het altaar dat in 1550 door Onesta Marsiliana werd gemaakt, is in 1975 verwijderd. Het is niet bekend wat ermee gaat gebeuren.
– Czoznowsky: Grafmonument van Giuseppe Szismonowsky
Hij was de laatste afstammeling van Matteo Corvino; hij stierf in 1867 in Rome.
Zesde pilaar rechts
– Anoniem: Grafmonument van Vifredo Bronislaw
De overledene was zouaaf uit Lamoricière (Frankrijk). In 1868 raakte hij gewond en stierf enige tijd daarna.
Rechts van de Cappella del Crocifisso
– Taddeo Landini: Grafmonument van Amerigo Strozzi
Dit monument is uit circa 1592.
Cappella del Crocifisso (kapel van het kruisbeeld) (rechtse transept, eerste kapel rechts om de hoek van het zijschip)
Deze gotische kapel met een gebeeldhouwde marmeren archivolte stond eerst onder de patronage van de Ghini- en later onder die van de Micara-familie.
De kapel heeft haar naam te danken aan het houten kruisbeeld op het altaar.
Een onderdeel van het altaar is in 1663 bij de ingang van deze kapel neergezet.
Dit dateert uit de tijd van de inwijding van deze kerk (circa 1290).
– Anoniem: Christusbeeld
Het Christusbeeld dat hier hangt, dateert uit het begin van de 15e eeuw en is geschilderd met tempera op hout. Het dateert uit de 13e eeuw en werd vroeger aan Giotto toegeschreven.
Rechts van de Cappella Carafa
– Giacomo della Porta: Grafmonument voor Emilio Pucci Pandolfi
Dit monument voor Enrico Pucci is van polichroom marmer en werd in 1590/’95 gemaakt in opdracht paus Clemens VIII.
Cappella Carafa of Cappella di Tommaso d’Aquino(einde rechtse transept)
De Cappella Carafa werd in 1493 als grafkapel gebouwd. Hoewel hij meestal de Cappella Carafa wordt genoemd naar de opdrachtgever, kardinaal Oliviero Carafa uit Napels, is de kapel officieel gewijd aan de Dominicaner monnik en kerkmeester Thomas van Aquino (1224–1274).
De resten van Thomas van Aquino werden in deze kapel bewaard tot 1511, waarna zij naar Napels zijn verhuisd.
– School van Mino da Fiesole, Andrea del Verrocchio en Giuliano da Maiano: Boog en balustrade
De mooie boog met gecanneleerde Corinthische pilasters en balustrade zijn fijn bewerkt door Florentijnse beeldhouwers.
– Raffaellino del Garbo: Sibillen en engelen
De vier sibillen zijn in 1520 tegen het plafond aangebracht.
Het zijn de sibillen van Tibur (Tivoli), Delphi, Cumae en de Hellespont, die een verdraagzame wereld in herinnering roepen.
– Filippino Lippi: Fresco’s
Vrijwel de gehele kapel is gedecoreerd met schitterende fresco’s, waarin scènes uit het leven van de heilige en kerkvader Thomas van Aquino worden uitgebeeld. Zij zijn van de hand van Filippino Lippi en dateren uit 1488/9.
Aan de werking van de schilderingen, hun illusionisme, is afbreuk gedaan door het later inbouwen van het grafmonument voor paus Paulus IV en de vernietiging van Lippi’s schilderingen op de linkse wand van de kapel.
Filippino Lippi was de zoon van de karmelieter monnik Fra Filippo Lippi, die zelf ook schilder was. Tijdens een Mariaprocessie in 1457 schaakte hij de non Lucrezia Buri en verwekte Filippino bij haar.
– Annunciatie
Tegen de achterwand direct boven het hoogaltaar, in een rijke renaissanceomlijsting toegeschreven aan Giuliano da Maiano, is de Annunciatie afgebeeld, waarop Thomas van Aquino de opdrachtgever, kardinaal Oliviero Carafa, aan Maria voorstelt. De expressieve gezichten, ranke figuren en diep geplooide gewaden zijn kenmerkend voor het werd van Lippi.
Het werk is geschilderd in olieverf op hout.
– Maria Tenhemelopneming
Boven de ‘ Annunciatie’ de in mooie tinten uitgewerkte ‘Maria Hemelvaart’ in de kring der apostelen, die de gehele achterwand beslaat.
Lippi spiegelt de beschouwer voor dat het altaar vrijstaat in de ruimte, doordat hij deels reële en deels illusionistische ruimtegeledingen naar voren of terug laat springen. De omlijsting van het altaar is mooi plastisch, echter de plasticiteit van het baldakijn wordt voorgewend, doordat het door de koorden waaraan het hangt naar voren springt in de schijnbaar driedimensionale ruimte van de omlijstende architectuur van de Hemelvaart. Deze neemt op haar beurt, zij het variërend, de vormen van de reële architectuur op en zet deze op een voor het oog logische wijze voort zonder daarbij werkelijk de voortzetting daarvan te zijn. Dit illusionisme is niet alleen maar een artistiek spelletje, maar heeft ook een theologisch-didactische functie. De rijkere schijnarchitectuur die het gefingeerde uitzicht op het landschap omlijst, komt in haar verhoging van de werkelijke architectuur van de kapel overeen met de verhoging van het paradijselijke landschap met de Hemelvaart van Maria. Zo wordt de achterwand van de kapel met schilderkunstige middelen genegeerd; daarvoor in de plaats komt een visioen van de heerlijkheid in het hiernamaals. Door het perspectief wordt de beschouwer deze wereld van het heil ingetrokken. De richting waarin de zich ‘achter’ het altaar bevindende getuigen van de Hemelvaart kijken en de manier waarop zij gebaren, leiden de aandacht van de beschouwer weer omhoog, naar de te midden van de engelen wegzwevende gestalte van Maria. Met het baldakijn schept Lippi een onderste afsluiting van het eigenlijke Hemelvaarttafereel, waardoor het formaat van deze voorstelling binnen de voorstelling het ideaal van de cirkel benadert.
– Apotheose of de disputa van Thomas van Aquino
Deze frescoreeks is tegen de rechtse wand aangebracht.
– Taferelen uit het leven van de heilige Thomas van Aquino
Het fresco in de bovenste zone.
– Triomf van de heilige Thomas van Aquino over de ketters en het wonder van het kruis
Het fresco in de onderste zone.
Ketters zijn hier de vertegenwoordigers van welke valse geloofsleer dan ook. Links staan de aartsketters Arius, Apollinarius en Averroes en rechts zijn Sabellias, Euchites en Manes te identificeren, allen met hun boeken op de grond gegooid.
In de beide jongelingen rechts ziet men van oudsher jeugdportretten van twee van de de’Medici-pausen Leo X en Clemens VII (die beiden in de apsis achter het hoogaltaar begraven liggen).
Interessant is het panorama op Rome, dat door Lippi links van de troon in de achtergrond is ingevoegd. Het ruiterstandbeeld van Marcus Aurelius, dat nu op het Capitool staat, is hier te zien op zijn oorspronkelijke standplaats bij het paleis van San Giovanni in Laterano.
– Pirro Ligorio: Grafmonument van paus Paulus IV
Deze paus (Gian Pietro Carafa) regeerde van 1555 tot 1559, was Dominicaner monnik en afkomstig uit de familie die deze kapel heeft laten bouwen.
Hij was de grootinquisiteur van de contrareformatie, die onder andere de Index van verboden boeken samenstelde, en degene die in Rome en in rest van Italië de joden in getto’s ‘concentreerde’ en die bij het volk zo gehaat was, dat men na zijn dood zijn standbeeld op het Capitool onthoofde.
Het monument, dat tegen de linkse kapelwand staat, werd direct na de dood van de paus uitgevoerd door Giacomo Cerignola en Tommaso Cassignola naar een ontwerp van Pirro Ligorio. Hij heeft in de realistische stijl van de renaissance in het grafmonument nog iets van het vreeswekkende karakter van de paus weten vast te leggen.
Voor de bouw van dit grafmonument werd helaas het prachtige fresco van Filippino Lippi over de deugden en ondeugden worden verwijderd.
– Andrea Verrocchio: Putti
De twee putti zijn tegen de buitenmuur aan weerszijden van de boog aangebracht.
De beide putti zijn afkomstig van het grafmonument van Tornabuoni, dat in de 17e eeuw werd omgesmolten en waarvan de overige figuren zich bevinden in musea in Florence.
Links van de Cappella Carafa
– Giovanni da Cosma: Grafmonument van Guillaume (Guglielmo) Durand de Oudere
Guillaume Durand was bisschop van Mende (Languedoc, Frankrijk) en overleed in 1296.
Hij zou internationaal bekend worden onder de namen Withelm Durandus de Oudere en Gulielus Durandi. Hij was een
van de belangrijkste theologen van de 13e eeuw en auteur van belangrijke canonieke en liturgische werken, zoals het Rationale, een voor de middeleeuwse iconografie belangrijk werk.
Zijn wandgraf is een gesigneerd werk van de mozaïekwerker Giovanni di Cosma. Het heeft een gotische omlijsting met engelen die een gordijn openhouden om uitzicht te geven op het beeld van de overledene.
Hierboven bevindt zich een glasachtig cosmatenmozaïek op een gouden ondergrond, voorstellende ‘Tronende Madonna met Kind tussen Sint Dominicus en Sint Privatus’. Privatus kan herkend worden aan de mijter en Dominicus aan diens Dominicaner habijt, de tonsuur en een ster naast zijn schouder. De overledene is hier afgebeeld als de kleinere, knielende figuur.
Het monument stond oorspronkelijk opgesteld in de Cappella Altieri, maar is in 1670 naar de huidige locatie verplaatst. Het werd in 1817 stevig gerestaureerd door Camillo Ceccarini.
– Romeinse School: Grafmonument van Onofrio (of Antonio) Camaiani
Dit monument is geplaatst onder dat van Guillaume Durand, zodat een soort dubbelgraf ontstaat.
De tombe is echter van een veel later tijdstip, namelijk 1574, en gemaakt van polichroom marmer.
Rechtse transept, voorzijde
– Ennio Bonifazi: Orgel
Het orgel in het rechtse transept werd besteld door kardinaal Scipione Borghese en is boven aan de gevel geplaatst tussen de Cappella Altieri en de Cappella Capranica. Het dateert van 1630. Het cantorium werd rijk gedecoreerd door Paolo Maruscelli in overeenstemming met die in de symmetrische positie in het linkse transept.
* Bron afbeelding: Internet (auteur niet kunnen achterhalen)