Palazzo Altieri
( Pigna )
Palazzo Altieri
Adres:
Piazza del Gesù 49 / Via del Plebiscito (rione della Pigna).
Coördinaten:
41º 53’ 45,72” N en 12º 28’ 44,95” O.
Openingstijden:
In het algemeen niet geopend voor het publiek;
het paleis is geopend op zaterdag tussen 9.30 uur en 13.00 uur na voorafgaande, verplichte reservering.
Snelmenu voor deze pagina
ALGEMEEN
Het paleis is in de 20e eeuw bij de Italianen vooral bekend door een ’beroemde’ bewoonster: gedurende meer dan twintig jaar woonde hier de actrice Anna Magnani (in de Via degli Astalli 19, in een appartement op de bovenste verdieping).
Het grootste deel van het paleis is nu enerzijds in gebruik door een drietal bankkantoren en anderzijds als appartementencomplex. Aan de achterzijde is een gedeelte zelfs tot pakhuis verworden. De Altieri wonen er nog wel, maar aan de achtergevel in slechts een paar kamers.
GESCHIEDENIS
De prinsen van Altieri die tot dusverre vrij anoniem leefden, werden in de 17e eeuw door de bekleding van enkele hoge kerkelijke functies vrij plotseling erg belangrijk in Rome, zodat een familiepaleis onontbeerlijk werd voor de vervulling van de nieuwe sociale rol.
De bouw van het Palazzo Altieri is in twee afzonderlijke fasen verlopen.
In de eerste fase, van 1650 tot 1655, werd het gedeelte aan de Piazza del Gesù gebouwd op de plek waar de familie Altieri al sinds het einde van de 14e eeuw enige huizen bezat, in opdracht van kardinaal Giovan Battista Altieri, die het ontwerp en de leiding van het project toevertrouwde aan de architecten Giovanni Antonio De Rossi en Mattia De Rossi.
Hij ontwierp en bouwde het mooiste deel van het paleis met schitterende, representatieve zalen.
Toen de familie Altieri dreigde uit te sterven, gaf de laatste telg, Emilio Altieri die paus zou worden onder de naam Clemens X, in 1669 toestemming aan Gaspare Paluzzi Albertoni, markies van Rasina en getrouwd met Laura Caterina Altieri, een nicht van de paus, verder de naam van het geslacht Altieri te dragen.
Bij zijn verkiezing tot paus was Clemens al 80 jaar, maar hij leefde lang genoeg om het paleis uit de kerkelijke kassen te kunnen financieren.
Door deze nieuwe erfopvolging kon de bouw in 1670 de tweede bouwfase ingaan in opdracht van de nieuwe prins Gaspare Altieri. Omdat De Rossi intussen uit beeld was verdwenen, werd de enorme vleugel richting de Via de San Stefano del Cacco (naar rechts) voortgezet naar een nieuw en soberder ontwerp van Alessandro Speroni, die daar onder andere een aantal lage koetshuizen bouwde.
In 1675 was het werk al klaar. Door de bouw in twee fasen en de gebruikmaking van twee architecten lijkt het Palazzo Altieri meer op twee verschillende paleizen die tegen elkaar zijn gebouwd.
De grootte van het paleis, de fabelachtige sommen geld die er aan werden gespendeerd en de snelheid waarmee het verrees lokte een pasquinade uit die zinspeelde op wat de Romeinen zeiden toen Nero zijn Domus Aurea (gouden huis) bouwde: “Rome zal één enkel huis worden. Quirites (burgers), emigreer naar Veii, als Veii tenminste nog niet door dit huis is bezet”.
Wie de gevel aan de Piazza del Gesù goed bekijkt, ziet een merkwaardige asymmetrie. Drie en vier ramen rechts van de hoofdingang zitten een deur en een raampje die niet in het ontwerp passen. Voor de bouw van het palazzo moest een aantal woningen worden onteigend.
De oude weduwe Berta die hier woonde, wilde haar eigendom onder geen beding verkopen, niet na smeekbeden, niet na bedreigingen en al evenmin voor een veelvoud van de waarde. Het ’onpartijdige’ oordeel van paus Clemens X(‑Altieri!!) werd ingeroepen, maar die beval dat de architect dat hij het paleis maar om de kleine woning van de vrouw heen moest bouwen.
Dit is later nooit meer hersteld, zodat aan de voorgevel het oude huisje van Berta nog steeds is te zien.
Het paleis wordt voor een deel nog bewoond door afstammelingen van de Casa Altieri, die de familiearchieven beheren in de Librària Altieri.
EXTERIEUR
Hoewel dit vanaf de weg niet zichtbaar is, omdat het paleiscomplex op geen enkele plaats in zijn geheel is te zien, is het een van de grootste paleizen van Rome geworden.
De straatgevel toont een mooi portaal, dat geflankeerd wordt door twee Ionische zuilen van travertin. Zij ondersteunen een loggia met openslaande deur, die aan de onderzijde versierd is met een vrouwenhoofd tussen twee festoenen en waarboven zich het wapen van paus Clemens X bevindt.
De drie verdiepingen tonen gelijkvloers ramen met architraven en traliewerk op dorpels en raampjes met hekwerk daaronder. Op de eerste verdieping hebben de ramen gebogen architraven boven de ster uit het wapen van de Altieri. Op de tweede verdieping dragen de ramen driehoekige timpanen en ten slotte de kroonlijst heeft twee banden kraagstenen, versierd met sterren en schelpen.
Via de hoofdingang komt men, via de vestibule, op de eerste en kleinste binnenplaats, die voorzien is van portiekbogen op pilasters en waarvan de gevel wordt verdeeld door lisenen. Rechts van de vestibule gaat men een monumentaal, vierkant trappenhuis in, dat versierd is met antiek beeldhouwwerk, waaronder het beroemde beeld van de ’gevangen barbaar’ afkomstig uit het Theater van Pompeius. De trap voert naar de piano nobile.
INTERIEUR
De talrijke zalen van het paleis zijn versierd met kostbaar marmer, gebeeldhouwde stucco-ornamenten en waardevolle schilderijen uit de 17e en 18e eeuw, vooral van Felice Giani.
Sala della Clemenza (zaal van de mildheid, maar ook zaal van Clemens, de paus)
Deze zaal is 20 meter lang, 12 meter breed en maar liefst 17 meter hoog.
– Carlo Maratta: Trionfo della Clemenza
Dit beroemde werk uit 1675 is tegen het plafond van deze grote, officiële ontvangstzaal op de eerste verdieping geschilderd. Het fresco wordt omringd door de ‘Felicità pubblica’ en de andere kardinale deugden.
Sala della Specchiera (spiegelzaal)
Deze zaal dankt zijn naam aan een enorme barokspiegel met een prachtige gebeeldhouwde lijst van verguld hout.
– Paolo Veronese: Jezus tussen de schriftgeleerden.
Sala del Trono (troonzaal)
Hier werden familie en vrienden ontvangen.
De zaal bezit een cassetteplafond, twee Vlaamse gobelins en een aantal interessante busten en schilderijen.
Sala degli Arazzi (gobelinzaal)
De zaal heeft twee 18e eeuwse Franse en twee 17e eeuwse Vlaamse gobelins. Hier staan ook meubelen uit het einde van de 16e eeuw en een mooi schilderij van Luca Giordano.
Sala Maggiore (de grote zaal)
Sala Altieri
Hier hangt het oude wandtapijt met het wapen van de familie.
Salone di Diana (op de onderliggende verdieping)
Deze zaal is genoemd naar het grote beeld van deze godin in peperkleurig en zwart marmer.
– School van Maratta: diverse werken
Van Pieter Mulier decoreren hier een aantal aansprekende doeken de muren met als thema ‘onweer’.
Diverse zalen
Sommige vertrekken, zoals de Sala Pompeiana, het Gabinetto Ovale, de winterslaapkamers en de zomerslaapkamers werden tussen 1787 en 1793 totaal gerenoveerd naar de smaak van die tijd.
Gabinetto Nobile
Hier ligt sinds 1790 een antiek mozaïek uit de tijd van Augustus, voorstellende Rea Silvia, de moeder van Romulus, en Mars, afkomstig uit Ostia Antica. Om de kostbaarheid van dit kleine kabinet te onderstrepen zijn de deuren van albast gemaakt en het stucco in kostbaar marmer.
Bibliotheek
Deze bezienswaardige zaal is nu de zetel van het Altieri-archief en ooit beroemd door de omvang en de zeldzaamheid van de verzameling.
– Gian Lorenzo Bernini: marmeren buste van paus Clemens X.
Overig
In het paleis hangen nog vele belangrijke en kostbare schilderijen van onder meer Luca Giordano, Carlo Maratta, Guido Reni, Correggio, Paolo Veronese, Ercole Ferrata, Bernardo Strozzi, Francesco Zuccarelli en Giovanni Andrea Carlone.
* Bron afbeelding: Internet (auteur niet kunnen achterhalen)