Piazza della Minerva

( Pigna )

Piazza della Minerva

Adres:

Piazza della Minerva (rione della Pigna)

Coördinaten:

41º 53’ 52,83” N en 12º 28’ 39,36” O

Roma, Piazza della Minerva, satelietfoto (internet)
Piazza della Minerva, satelietfoto (internet)*

Chiesa di Santa Maria sopra Minerva

Deze kerk is met zijn sobere, witte gevel het meest opvallende bouwwerk langs dit plein.
(zie hiervoor de aparte beschrijving ’Chiesa di Santa Maria sopra Minerva’.)

Gian Lorenzo Bernini: Elefante di Bernini

Bernini kwam op het idee op dit charmante plein een kleine obelisk te plaatsen, die hij heel bizar en bij wijze van grap op de rug van een olifant zette. Het is de kortste van de elf Egyptische obelisken in Rome, te weten 5,50 meter.
Voor het motief van de olifant en de obelisk werd Bernini geïnspireerd door een merkwaardig 15e eeuws boekwerk, de Hypnerotomachia Poliphili (Poliphili’s droom van de liefdesstrijd) mogelijk geschreven door Francesco Colonna, waarin een denkbeeldige reis van een paar gelieven door een droomtuin vol vreemde bedenksels wordt beschreven.

De Egyptische obelisk is uit de tijd van farao Apries (6e eeuw v.Chr.), die tot de naburige Isaeum Cam­pen­se, de Tem­pel van Isis en Serapis, behoorde en later bij de Villa van Hadrianus in Tivoli stond.

De obelisk maakte bij de Isistempel ooit deel uit van een trio, waar­bij de beide anderen nu op de fontein voor het Pan­theon (Piaz­za della Rotonda) en op het monument voor de gesneu­vel­den van de veldtocht in Dogali, Ethiopië (Viale Luigi Einau­di) staan. De drie obelisken stonden op de plaats waar zich nu de apsis van de kerk van San­ta Maria sopra Minerva be­vindt.

De marmeren olifant met een groot zadeldek werd in 1667 fan­tasierijk uitgevoerd door Ercole Ferrata, een leerling van Bernini. Omdat dit een van de kleinste obe­lis­ken van Rome is, wordt deze in de volksmond ook wel ‘il porcino della Miner­va’ (het varkentje van Minerva) of ‘il pulcino della Miner­va’ (het kuikentje van Minerva) genoemd. De olifant was destijds het symbool van kracht, vroomheid en wijsheid, de deugden waarop de kerk zich graag ba­seer­de.

Roma, Piazza della Minerva, Bernini, Olifant
Bernini, olifant met obelisk
Roma, Piazza della MInerva, Olifant van Bernini, tekening Hypnerotomachia Poliphili (internet)
Poliphili’s droom*
Roma, Piazza della Minerva, Olifant van Bernini, voorzijde 2 (internet)
Bernini, olifant met obelisk *
Roma, Piazza della Minerva, Bernini, Olifant, detail, 2011
Bernini, olifant met obelisk
Roma, Piazza della Minerva, Bernini, Olifant, pausenwapen op sokkel, 2011
Bernini, het wapen van Alexander VII op de sokkel

Op de sokkel, waarop ook het wapen van paus Alexander VII (1665/’67) is aan­ge­bracht, is rondom de volgende inscriptie te lezen:

“Sapientis Aegypti / insculptas obelisco figuras / ab elephanto / belluarum fortissima / gestari quisquis hic vides / documentum intellige / robustae mentis esse / solidam sapientiam sustinere”.

(Nl (het laatste deel, vrij vertaald): begrijp uit dit symbool dat er een sterk verstand (kracht) voor nodig is om de wijsheid (de waarheid) te (ver)dragen)

Dit was een uitspraak van paus Alexander VII (1655–1667).

ALBERGO DI SANTA CHIARA

Schuin links tegenover de gevel van de kerk stond vroeger het klooster van San­ta Chiara (thans Albergo di Santa Chia­ra). In een kamertje in dat voormalige kloos­ter stierf in 1380 de heilige Cateri­na van Siena.

Roma, Piazza della Minerva met Dominicaner klooster, 2009
Dominicaner klooster met de olifant van Bernini

Dominicaner klooster

In de hoek van het plein staat het gene­ra­laat (centrale hoofdkwartier) van de orde der Dominicanen ofwel de Predik­he­­ren. Bernini ergerde zich zozeer aan de bemoeienissen van de Dominicanen met zijn werk dat hij de olifant op het plein bru­taalweg met zijn achterwerk naar hun klooster plaatste. De meeste toe­risten ontgaat dat nu, maar de tijdge­no­ten van Ber­ni­ni begrepen dat meteen. Het was erg gedurfd van Bernini, want in het klooster bevond zich de hoofd­zetel van de Inqui­si­zio­ne romana, ofwel de Sant’Uffizio.

Roma, Piazza della Minerva, Dominicanerklooster, deuropschrift
Dominicanerklooster, Portaal

Van nature waren de Romeinen geen ketters. Zij verdienden hun brood aan de paus en kardinalen, rijke basilieken, ker­ke­lij­ke instellingen en niet te vergeten de pelgrims. Bijgelovig waren ze in hoge mate, fanatiek niet. Geen enkele her­vormings­bewe­ging kreeg hier aanhang. Je moest al een heel roekeloze ketter zijn om, uitgerekend in Rome, te verkondi­gen dat de katho­lieke leer niet deugde! Maar alles veranderde na het succes van de Reformatie. Banvloeken, bullen en mili­tai­re expedi­ties om protestanten af te straffen, verloren hun werking. Het vrije denken nam toe, de boetepredikers konden niet tegen de boek­drukkunst op.

De Kerk zag haar positie verzwakken en probeerde nu de wind eronder te houden met een verscherpte bestraffing van alles wat afweek. Van correcte processen was geen sprake: meestal ontbrak een duidelijke aanklacht waartegen de ver­dach­te zich kon verweren, hij kreeg geen inzage in de stuk­ken, de bewijslast was omgedraaid (de beklaagde moest zijn eigen onschuld aan­tonen) en bekentenissen werden verkregen via de pijnbank. Het brandpunt van die rechtspraak was dit dominicanen­kloos­ter. Op gezette tijden werden in Santa Maria sopra Minerva de vonnissen plechtig afgekondigd. Wie zijn ketterij afzwoer, kwam er genadig van af, anderen moes­ten naar de gevangenis, naar de galeien of een enkeling naar de brandsta­pel. Maar als een veroordeling, in hoogdravend Latijn, iemand gold die zich bijtijds uit de voeten had gemaakt of soms al rus­tig overleden was, liet dat een indruk van machteloosheid na. Ook was lang niet elke paus een vriend van de Inquisitie. Je moest dwalingen niet bestraffen maar weer­leggen, waar­voor echter een open discussie nodig was, dus precies wat de Inqui­sitie afwees. In de praktijk betekende het dat de ene paus de kettervervolging bevorderde en de andere haar afremde. Ten slotte zette de Inquisitie zichzelf te kijk met de veroorde­ling van Galileo Galilei (1564–1642) in 1633. Geïsoleerd beke­ken stelde het proces weinig voor. De geleer­de heeft geen dag in de cel gezeten en nadat hij als bange, oude man zijn ‘dwalingen’ had ingetrokken, werd hem niets meer in de weg gelegd. Ook de inzet leek futiel. Alle geleerden wisten dat de al bestaande leer van Copernicus, door Galilei slechts her­haald, volkomen juist was: de aarde draaide om de zon, en niet andersom. Aangezien Jozua in het Oude Testa­ment had gezegd: ‘Zon, sta stil’ leek die leer echter in strijd met de god­de­lijke openbaring. Katholieke geleerden noemden de stelling van Copernicus daarom een ’werkhypothese’ in plaats van een bewezen feit. Dat Galilei die kunstgreep ver­smaad­de, was

op zichzelf niet eens erg, maar hij gedroeg zich daarbij zo agres­sief, dat hij het machtsapparaat provoceerde. Hoog dramatisch klinkt het niet. Hoe kon dit proces van drie verhoren dan zo berucht worden? De leer van Copernicus onder­mijnde niet alleen de Bijbel, hij ontwijdde ook de hemel. De god­de­lij­ke orde van kristallijnen sferen waarin de rangen van engelen en planeten hun geheiligde plaatsen bezetten, fragmenteer­de nu tot formules en astronomische quotiënten. Het oude middeleeuwse visioen van kosmische samenhangen spatte uit­een. En hoe onhoudbaar ook, dat visioen van hoogvereer­de theologen moest worden gered, al was het maar in schijn, door Galilei’s terminologie te veroordelen. Die daad betekende een definitieve breuk tussen geloof en wetenschap. Van nu af aan gin­gen zij gescheiden wegen. Het zwaartepunt van de natuur­wetenschappen verplaatste zich naar het noorden, vooral naar Duits­land, en moderne wetenschappelijke werken ver­sche­nen alleen nog in Inquisitievrije landen. In de geleerde wereld werd de pausenstad een buitengewest, nog wel midden in de Contrareformatie die de Kerk wilde moderniseren. De triomf van de Inquisitie was een nederlaag voor Rome. Wie de zegs­wijze ’mosterd na de maaltijd’ wil uitleggen, kan erop wijzen dat het vonnis 348 jaar later, in 1981, is herroepen.

Een ander berucht proces van de Inquisitie was dat tegen de filosoof Giordano Bruno (1548–1600), die op de brandstapel ver­dween en voor wie nu op de Piazza dei Fiori een standbeeld is opgesteld.

Het klooster is nu nog maar voor een deel door de Dominicanen in gebruik, in andere delen waren in het verleden het Minis­tero della Pubblica Istruzione en het Ministero delle Poste e Telecomunicazione gevestigd. Nu is hier de Bibliote­ca Casanatense (toegang alleen op verzoek) gevestigd, die hoofdzakelijk werken betreffende de kerkgeschiedenis bevat en de Biblioteca del Senato, opgedragen aan Giovanni Spadolini.

Kloosterhof

Gewoonlijk is de mooi beschilderde en recent gerestaureerde eerste kloosterhof vrij toegankelijk. De ingang bevindt zich tussen de kerk van Santa Maria sopra Minerva (links hiervan) en het grote dominicaner klooster.

–   Fresco’s

Eerste arm rechts:
–    Anoniem: Sint Dominicus en de mysteries van de rozenkrans
–    Giovanni Valesio: Annunciatie (aankondiging van Christus’ geboorte)
–    Antonio Lelli: Visitatie (ontmoeting tussen Maria en Elisabeth)
–    Anoniem: Kerststal
–    Il Bastaro: Aanbieding in de tempel
–    Anoniem: Disputa tussen kerkleraren
–    Il Valesio: Slag bij Lepanto

Tweede arm:
–    Heilige Maagd met een Heilige Dominicaner non
–    Madonna tussen twee heiligen
–    de overigen zijn van onbekende ouder meesters

Derde arm:
–    de eerste vier fresco´s zijn van onbekende schilders
–    Francesco Nappi: Hemelvaart
–    Francesco Nappi: Pinkstergebeuren
–    Francesco Nappi: Maria-Tenhemelopneming

–    vierde arm:
–    Francesco Nappi: de kroning van Maria
–    School van Caracci: Sint Dominicus en Sint Franciscus
–    De overige fresco’s zijn van anonieme schilders

–   Grafmonumenten

In de kloosterhof bevindt zich een aantal graven van onder meer grootinquisiteurs.

–    Anoniem: grafmonument van Astorgio Agnense
Uit de tweede helft van de 15e eeuw.
–    Anoniem: grafmonument van kardinaal Pietro Ferricci
Dit graf dateert van omstreeks 1478.

–   Beeldhouwwerk van Mino da Fiesole

–   Beeldhouwwerk van Andrea Bregno (uit 1506)

–   Beeldhouwwerk van Luigi Capponi da Milano

Op de tweede binnenplaats (daarachter) ligt links, twee hoog, de zaal waar Galilei op 22 juni 1633 zijn onderwerping tekende en gemompeld zou hebben: ‘Eppur si muove,’ (tóch beweegt zij), al is die uitspraak vrijwel zeker een verzinsel. De inqui­siteurs wisten immers zelf dat de aarde bewoog. Als werkhypothese.

Roma, Piazza della Minerva, Hotel Minerva, Gevel
Hotel Minerva

Grand Hotel Della Minerva

Links van de Chiesa di Santa Maria sopra Minerva staat het voor­malige 17e eeuwse Palazzo dei Porcari, dat sinds 1832 de zetel is van een van de Romeinse paleishotels, te weten Hotel de la Minerva. Het is een van de weinige hotels in Rome die nog uit de tijd van de Pauselijke Staat stammen. Het hotel dankt zijn ontstaan aan de Fransman Joseph Sauve, die nieuwe ideeën had over het hotelwezen.

Het Palazzo dei Porcari, dat ooit eigendom was van de fami­lies Fonseca en Conti, leek hem hiervoor geschikt. Hij begon hier een luxe herberg, dat later een grand-hotel werd. Aan het eind van de 19e eeuw werd er een verdieping opge­bouwd, waarna in 1924 een totale her­inrichting volgde. Het gebouw verkreeg hier­bij verfijnde beeldhouwwerken van Rinaldo Rinaldi en Antonio Canova.

Vanaf het dakterras hebben de gasten een fantastisch uitzicht.

Aan de gevel hangt een gedenkplaat voor de Franse schrijver Stendhal (1783–1842) die daar verbleef toen hij tussen 1834 en 1836 in Rome was.

Palazzo dell’ Accademia Ecclesiastica

Dit gebouw, dat oorspronkelijk uit de 16e eeuw dateert, maar in 1878 com­pleet werd herbouwd, staat tegenover de kerk­gevel van de Chiesa di Santa Maria sopra Minerva.

Het is tegenwoordig de zetel van de ‘Acca­demica del Vaticano’ waar toe­kom­stige pauselijke diplomaten worden opge­leid.

Roma, Piazza della Minerva, Palazzo dell'Academia Ecclesiastica, 2009
Palazzo dell’Acacemia Ecclesiastica

* Bron afbeelding: Internet (auteur niet kunnen achterhalen)